'Vulvakliniek' in Jessa Ziekenhuis ziet aantal patiënten elke week groeien: "Huisartsen verwijzen na 1 jaar steeds vaker naar ons door"
Na ongeveer een jaar te bestaan vinden vrouwen steeds meer hun weg naar de 'Vulvakliniek' in het Jessa Ziekenhuis in Hasselt. Gynaecoloog Mieke Vanoppen en seksuoloog Vanessa Cluckers werken er samen met een bekkenbodemspecialist om problemen aan de vulva te behandelen. "Per week komen er meer dan 5 nieuwe patiënten bij, daar mogen we na een jaar fier op zijn", vertelt Vanoppen trots.
radio 2, Yente Van der Sande
di 19 nov 2024 07:14
Ongeveer een jaar geleden werd de Vulvakliniek in het leven geroepen in het Jessa Ziekenhuis in Hasselt. Gynaecoloog Mieke Vanoppen en seksuoloog Vanessa Cluckers zijn er mee gestart om samen met een bekkenbodemspecialist problemen aan de vulva te behandelen.
Vrouwen kunnen onder meer bij de Vulvakliniek terecht voor pijn bij het vrijen, oftewel vulvodynie. Een multidisciplinair team van een gynaecoloog, seksuoloog en bekkenbodemspecialist stelt per patiënt een behandeltraject op om de klachten aan te pakken.
"Het hangt heel erg af van patiënt tot patiënt hoe dat traject verloopt", legt gynaecoloog Mieke Vanoppen uit. "We kijken naar een fysieke behandeling, maar ook mentaal worden onze patiënten bijgestaan door een seksuoloog. We volgen de patiënten ook heel actief op om hen te ondersteunen waar nodig. Onze raadplegingen duren ook meestal langer dan bij andere zorgverleners, omdat we echt de tijd willen nemen voor de patiënt en we moeten vaak blijven doorvragen om een goed beeld te krijgen van de klachten."
Taboe doorprikken
Het grote doel van de kliniek is nog steeds vooral om het taboe rond het vrouwelijke geslachtsdeel te doorprikken en de drempel om hulp te zoeken te verlagen. "We zijn in dat opzicht echt wel geslaagd. We merken dat de Vulvakliniek zorgt voor meer aandacht rond problemen aan de vulva en de drempel om tot bij ons te komen lijkt ook een stuk lager nu. Vrouwen beseffen nu dat ze wel degelijk geholpen kunnen worden."
Eén voormiddag per week houdt de Vulvakliniek haar consultaties. Het aantal patiënten die Vanoppen en haar collega's zien, stijgt elke week opnieuw. "We hebben momenteel een wachtlijst van 1 à 2 maanden. Elke week komen er meer dan 5 nieuwe patiënten bij. Veel vrouwen komen op eigen initiatief naar ons, maar we zien ook steeds meer dat zij doorverwezen zijn door hun huisarts, gynaecoloog of andere zorgverleners. Dat gebeurt nu veel meer dan een jaar geleden. Daar mogen we heel tevreden over zijn."
Toch beseft Vanoppen dat de missie om het taboe rond de vulva te doorbreken nog niet volbracht is. "We mogen niet vergeten dat het voor vrouwen een enorm grote stap is om erover te praten. Er zijn al heel wat dappere vrouwen die dat doen, maar we weten dat er nog altijd heel veel vrouwen die stap om hulp te zoeken nog niet hebben gezet, die willen we nog graag bereiken."
Nog verbetering mogelijk
Om zo veel mogelijk vrouwen te bereiken, willen Vanoppen en haar collega's blijven inzetten op het verbeteren van de zorgverlening in de Vulvakliniek. "Er zijn nog zaken die beter kunnen en daar blijven we dan ook aan werken. Recent nog hebben we onze organisatie van de raadplegingen bijgesteld zodat wij alle 3 meer parallel werken. Dat wil zeggen dat we nu een gynaecologisch onderzoek ineens koppelen aan een gesprek met de seksuoloog. Zo wordt de patiënt sneller geholpen en is de doorstroom naar de seksuoloog minder intens om te nemen."
"Ik denk dat we zeker nog kunnen verbeteren op psychologisch vlak. We willen dat de drempel om met de seksuoloog te gaan praten nog lager wordt. We merken na een jaar dat die stap nog heel moeilijk is voor veel vrouwen, maar die psychologische ondersteuning is wel een heel belangrijk aspect in de behandeltrajecten. Dus daar moeten we goed op blijven inzetten", zegt Vanoppen.
Momenteel is er dus 1 vaste voormiddag uitgetrokken voor de Vulvakliniek, maar dat kan in de toekomst zeker nog uitgebreid worden. "Op dit moment is de wachtlijst zeker acceptabel, maar als we zien dat die oploopt tot 6 maanden tot zelfs een jaar, dan zijn er zeker mogelijkheden om uit te breiden. Maar dat is nog niet voor onmiddellijk", besluit Vanoppen.
Dit artikel verscheen op de website van VRT NWS.
